Latin Emagazine
 
Het éérste online latin bladermagazine
in Nederland en België (v.a. dec 2009)

 
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op. Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
Spaans leren in Breda en omgeving?
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine!
bol
Het Latin Emagazine is helemaal gratis!
bol
Maximaal 1 bericht per maand
bol
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox
bol
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven
 
 
Interview met: Dr. Olavo Alén Rodriguez
Feiten en fabels: salsazaken vanuit Cubaans perspectief
(deel 2)


Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview is gedateerd.
terug naar index alle edities van het Latin Emagazine
Geplaatst: editie oktober 2014
Pagina: vanaf pagina 26
Interview: Otto van Helden
Waar: Amsterdam
Fotografie: Kati van Helden
Rubriek: Latin interviews
Otto van Helden
De vraag naar wat ‘salsa’ nu precies is, is best lastig te beantwoorden. Er is inmiddels een indrukwekkende boekenplank over volgeschreven. Iedere auteur kiest daarbij zo zijn eigen perspectief. De één diep in het verleden, de ander kiest het New York uit de jaren dertig van de vorige eeuw, weer anderen richten de focus op het New York van de jaren zestig en zeventig. Bij dat laatste draait het dan om de wederwaardigheden van de artiesten rond het roemruchte Fanialabel. De directeur van dat platenlabel, Jerry Masucci, was namelijk zo uitgekookt om de muziek van zijn artiesten te gaan marketen als ‘salsa’.
Emancipatie en identiteit
De opkomst van salsamuziek valt samen met een periode van economische crisis. Allerlei gemarginaliseerde groepen in miljoenensteden als New York streefden naar emancipatie en hadden behoefte aan een eigen identiteit. Het waren de hoogtijdagen van de Black Panther movement en de voor Latino's opkomende Young Lords. De marketingstrategie van Jerry Masucci bleek inderdaad een commerciële meesterzet. Hij zag haarscherp hoe muziek onderdeel kon zijn van die gezochte identiteit. Het probleem was evenwel dat de identiteit van zowel zijn doelgroep, de Latino's, als het middel, de muziek, niet eenduidig was. Zowel de Cubanen als de Puerto Ricanen moesten zich aangesproken voelen. In New York was op dat moment de enigszins hybride situatie ontstaan dat het merendeel van de Spaanssprekende bevolking van Puerto Ricaanse herkomst was, terwijl de muziek die deze bevolking voortbracht van overwegend Cubaanse origine was. De Cubaanse herkomst van die muziek mocht daarom niet te sterk worden geaccentueerd, omdat anders de rol van de Puerto Ricanen zou worden miskend. Er moest daarom een nieuw Spaanstalig, neutraal en overkoepelend begrip komen en dat werd dus ‘salsa’. Jerry Masucci zag kans het hele scala aan Caribische ritmes, van mambo tot cha-cha-chá, van merengue tot plena en bomba, en van cumbia tot tumba, onder deze nieuwe vlag op de markt te brengen en er commercieel succes mee te oogsten.
Blokkade
Met name het links geëngageerde publiek bejubelde de komst van salsa als hét geluid dat opbloeide te midden van de misstanden rond een achtergestelde bevolkingsgroep in New Yorkse saneringswijken. Maar de formule van Jerry Masucci heeft ook de nodige kritiek losgeweekt. De gediscrimineerde en economisch uitgebuite Latino's zaten niet te wachten op een volgende uitbuiter die hun muziek wel even zou gaan exploiteren. Een uitbuiter nota bene uit eigen gelederen.
Dr. Olavo Alén Rodriguez
Dr. Olavo Alén Rodriguez
Volgens deze criticasters was de muziek die onder de kreet ‘salsa’ werd verkocht niet meer dan oude wijn in nieuwe zakken. Het verloochende de Cubaanse en Puerto Ricaanse origine van de muziek. Daarbij werden bij het verloochenen van met name die Cubaanse herkomst ook politieke motieven vermoed. Na het succes van Fidel Castro en het voor de Verenigde Staten zo smadelijk verlopen Varkensbaai-incident, was Cuba de achilleshiel van die Verenigde Staten geworden. Bij wijze van represaille werd een allesomvattende blokkade ingesteld. De bakermat van de salsa, Cuba, kon hierdoor met geen mogelijkheid van het succes profiteren. Auteursrechten konden niet aan de rechthebbenden worden uitbetaald. De afdrachten werden in depot gezet en vervielen uiteindelijk door verloop van tijd.
Polemiek en retoriek
Het lijkt allemaal al weer lang geleden. Het communisme als dreiging nummer één is verdwenen. De enemy-status ten spijt blijkt Cuba inmiddels een zeer populaire vakantiebestemming te zijn geworden. Cubaanse artiesten spelen werkelijk overal. Oude Cubaanse componisten profiteren van een inmiddels getroffen regeling voor afdracht van auteursrechten. Jerry Masucci is enkele jaren geleden overleden en de catalogus van zijn platenlabel is de afgelopen decennia diverse keren doorverkocht. Salsamuziek staat niet stil, maar heeft haar weg vervolgd. Wie maalt nog om al die polemiek en retoriek van toen? Wel: Dr. Olavo Alén Rodríguez!
Erkenning
Telkens weer komt het onderhoud met deze Cubaanse musicoloog (zie aflevering 1) terug op het thema dat de Cubaanse muziek het fundament is waarop anderen zijn gaan voortbouwen. Dat de erkenning die Cuba daarvoor verdient, is uitgebleven. Het gesprek komt op het geld dat Pete Seeger ontving voor zijn uitvoering van Guantanamera, maar dat hij niet naar de rechthebbende kon doorsluizen. Het komt vandaar op Willy Chirino. Deze zou uit eigen zak een deel van de inkomsten van zijn uitvoering van Oxigeno zo aan de Cubaanse rechthebbende hebben gegeven uit schaamte voor het onrecht rond de auteursrechten. En ook op Oscar d'Leon. Die meende dat er een andere rechthebbende was op het nummer La calculadora. Toen hij met de ware (Cubaanse) auteur werd geconfronteerd, zou Oscar hem publiekelijk excuses hebben aangeboden. En tot slot belanden we bij de auteurs van de liedjes waarmee de oude mannetjes van de Buena Vista Social Club hun succes oogstten. Ook deze waren door het systeem rond de auteursrechten en de Trading with the Enemy Act volkomen buitenspel komen te staan. Het Cubaanse staatsbedrijf Editora Música Cubana (EMC) kwam er aan te pas en is in Engeland gaan procederen tegen Peer Music. Deze machtige muziekuitgeverij had in de jaren dertig, veertig en vijftig op bedenkelijke wijze met Cubaanse musici contracten afgesloten. Vaak gingen de rechten daarbij over voor ‘een paar pesos en een slok rum’. De kwestie is uiteindelijk in het voordeel van de Cubanen geregeld. Nadien is er voor de Cubaanse componisten en hun nakomelingen een betere regeling gekomen. Maar feit blijft dat hun veel geld door de neus is geboord en nog steeds gaat het allemaal niet vanzelf.
Ander perspectief
Bij iemand uit het Oostblok denk je al gauw dat de conversatie over dit onderwerp voornamelijk zal gaan over moeilijke zaken als het culturele imperialisme van de Grote Boze Buurman, die het bestaan en de culturele voortbrengselen van het kleine, onschuldige eilandje Cuba probeert weg te poetsen. Niets is minder waar. Dr. Olavo is teveel wetenschapper om zich daartoe te laten verleiden. Hij realiseert zich dat je vanuit allerlei perspectieven tegen het fenomeen ‘salsamuziek’ aan kunt kijken. Hij heeft zijn eigen optiek.
Markt
Voor Olavo zijn de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw de gouden periode van Cubaanse muziek. Het was de periode waarin Cubaanse muziek als de mambo en cha-cha-chá de wereld veroverde. Dit brengt hem bij New York, waar op dat moment steeds meer mensen van Puerto Ricaanse, Cubaanse, Dominicaanse, maar ook met andere nationaliteiten, zoals de Colombiaanse en de Panamese, in met name The Bronx (‘el Barrio’) naast elkaar kwamen te wonen. Destijds een markt van zo'n 13 miljoen Spaanssprekenden. Ter vergelijking: Cuba telde op dat moment ergens tussen de 10 en 11 miljoen inwoners. De salsamuziek is ontstaan om deze gemêleerde New Yorkse markt te bedienen en niet één specifiek Zuid-Amerikaans land. Ondernemers als Jerry Masucci hebben zich met succes op deze markt gericht.
Eigentijds en modieus
Maar hoe zoiets aan de haak te steken? Volgens Dr. Olavo is het niet verwonderlijk dat als basis voor Cubaanse muziek is gekozen. Een aantal koplopers die deze ontwikkeling in gang hebben gezet, hadden sterke banden met Cuba. Het beschikbare repertoire was echter gedateerd. Dit kwam door de oubollige instrumentatie en de arrangementen die in de voorbije jaren volledig waren uitgekauwd. Voor hergebruik moest dit repertoire dus eigentijds en modieus worden gemaakt. Ook moest aan de instrumentatie worden gesleuteld. Het daarvoor gevonden recept was even simpel als doeltreffend: introductie van de elektrische instrumenten die eerder in de pop en rock muziek toepassing hadden gevonden. Verder werden de nummers nieuwe arrangementen aangemeten met gecompliceerde en daardoor spannende akkoorden. De muziek kreeg daardoor een heel nieuw timbre, maar het onderliggende ritme van de Cubaanse son bleef ongewijzigd. Deze aldus hip verpakte muziek werd ook nog eens goed in de markt gezet. Het bleek een groot publiek aan te spreken. Niet alleen in New York, maar in het hele Zuid-Amerikaanse continent. Het appelleerde duidelijk aan de toen opgroeiende generatie en bood hen een alternatief voor de oprukkende Westerse popmuziek.
Principekwestie
De onrechtvaardige gang van zaken rond de blokkade en alle bijkomstigheden zetten destijds veel kwaad bloed en maakten dat Cubaanse artiesten hun neus optrokken voor alles wat met salsa te maken had. Zij keerden zich van deze nieuwe, in hun beleving commerciële benadering van de Cubaanse muziek. Het groeide uit tot een principekwestie: "zij daar spelen salsa, wij hier spelen son!". Eind jaren tachtig had Olavo interviews met artiesten als Juan Formell en Elio Revé. Zij verklaarden toen nog met de grootste stelligheid dat zij nooit van hun leven ‘salsa’ zouden spelen. De enige die in deze periode openlijk verklaarde met salsa bezig te zijn, was Adalberto Alvarez. Hij zocht naar een nieuwe benadering en wilde de mogelijkheden van elektrische instrumenten verkennen. Het doorvoeren van vernieuwing in de Cubaanse muziek had met dit alles de nodige voeten in aarde.
De ommezwaai
Langzamerhand zagen de Cubaanse muzikanten in dat zij met een andere aanpak een deel van de markt naar zich toe konden trekken. In hun geval dus gewoon door het naambordje te verwisselen! Het was een periode waarin de Cubaanse economie door het vallen van het IJzeren Gordijn in het slop was geraakt. De Trading with the Enemy Act bleef op Cuba van toepassing, waardoor het land verstoken bleef van olie en de suikerindustrie haar producten niet meer kon slijten. Om de economie draaiende te houden, moest Cuba het dus over een andere boeg gooien. In dat kader werd onder meer de ooit bloeiende toeristenindustrie op Cuba nieuw leven ingeblazen. In dezelfde tijd, begin jaren negentig, was er in muzikaal opzicht sprake van een ommezwaai. Alle principes en uitspraken in de jaren tachtig ten spijt, werd de muziek in het nieuwe decennium zonder blikken of blozen als ‘salsa’ geafficheerd. Sprekend voorbeeld van deze omslag is Elio Revé die zich opeens El Padre de la Salsa is gaan noemen. Ook ontstonden er orkesten met namen als ‘Salsa de Esquina’. Op mijn vraag of wellicht de staat een sturende hand heeft gehad bij het destijds opzijzetten van salsaprincipes om die opkomende toeristenindustrie te faciliteren, ontkent Olavo ten stelligste dat dit het geval is geweest. Maar hij onderschrijft dat de opkomende toeristenindustrie inderdaad profiteerde van de bestaande muziekindustrie. De nieuw aangelegde toeristische locaties werden namelijk exclusief gereserveerd voor buitenlanders. Maar zon, zee en rum zijn op vrijwel elk Caribisch eiland te vinden. Het besef groeide dat Cuba zich van de andere Caribische vakantiebestemmingen kon onderscheiden door de muziek. De toeristen werden vervolgens blootgesteld aan de muziek van artiesten als Adalberto Alvarez, Juan Formell en Chucho Valdés. Deze artiesten zagen hun kans en grepen die met beide handen aan. Met deze ommezwaai konden de Cubaanse artiesten volop participeren en daarmee profiteren van het wereldwijde succes van de salsamuziek.
Vernieuwingsdrift
Ondertussen had in New York een nieuwe, overwegend Puerto Ricaanse, generatie zich meester gemaakt van het salsapodium. Deze generatie bediende zich volop van de salsa-romantica-formule. Deze was, juist op het moment dat de Cubanen de markt betraden, door overdadig gebruik sleets geworden. Dr. Olavo verhaalt over José Luis Cortés die met zijn N.G. la Banda een vernieuwend Cubaans antwoord vond op deze flauwe, clichématige muziek. Dat gebeurde in 1992, in de aanloop naar een tournee door Japan. José Luis wilde per se met iets nieuws komen om niet ‘meer van hetzelfde’ te zijn. Hij is in zijn opzet volledig geslaagd, getuige de muziek op het album Echale limón. De ritmische elementen daarvoor ontleende José Luis Cortés niet aan de son, maar aan de rumba. Het gevonden recept kreeg de naam ‘timba’, een woord dat volgens Olavo verwant is aan het rumba-complex en niet aan het son-complex. De quinto werd een opvallende rol aangemeten en ook de blazerssectie kreeg een injectie. Deze ontwikkeling was mogelijk door het span zeer getalenteerde en hoog opgeleide muzikanten in zijn orkest. De gecompliceerde structuur van de muziek was uniek in haar soort en door niet-Cubanen niet te evenaren. Dit maakte dat het helaas geen brede acceptatie kreeg. José Luis Cortés kreeg dan ook het commentaar dat hij gas moest terugnemen omdat zijn muziek niet dansbaar zou zijn.
Nieuwsgierigheid
Met al die vernieuwingsdrift, leek mij het succes van de Buena Vista Social Club een anachronisme. Maar Olavo ziet in het succes van de oude mannetjes een logisch gevolg van precies diezelfde vernieuwingsdrift en de wijze waarop de Cubanen hun plaats op het internationale podium aan het heroveren waren. Het zou mensen nieuwsgierig hebben gemaakt naar de oorsprong van die originele muziek. Een nieuwsgierigheid die overigens in een breder perspectief moet worden geplaatst, namelijk die van een meer algemene nieuwsgierigheid naar hoe een volk jarenlang een blokkade heeft kunnen doorstaan. Nieuwsgierigheid naar hoe deze mensen hebben gewoond, geleefd, gegeten, enz. Het succes van de film van Wim Wenders over de Buena Vista Social Club heeft volgens Olavo alles met deze algemene nieuwsgierigheid te maken.
Slot
Met deze twee artikeltjes is met reuzenschreden door allerlei onderwerpen geschreden. Daarbij zijn met ongenuanceerde pennenstreken stellingen betrokken die vragen oproepen en kritiek uitlokken. Voor wie erover in discussie zou willen treden: wel, Olavo staat te popelen. Het zal even wachten zijn, maar ongetwijfeld zal hij Nederland nog een keer aandoen. Luister in afwachting van zijn komst eens naar de door hem samengestelde cd From Afrocuban music to salsa en lees het begeleidende boekje, dat maar liefst 179 pagina's telt!
 
Copyright: Wilt u een (deel van een) tekst van deze website gebruiken? Neem dan contact op met de redactie. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin Emagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren.
Foto's: De redactie accepteert geen verantwoordelijkheid voor foto’s of ander beeldmateriaal dat door derden is aangeleverd. De leveranciers van dit materiaal zijn er verantwoordelijk voor dat dit materiaal met toestemming van rechthebbenden wordt gebruikt.
 
© Latin-Emagazine.com is een uitgave van Salsa Info.nl - Breda - K.v.K. 17185253 | privacy | disclaimer | cookies | adverteren