Latin Emagazine
 
Het éérste online latin bladermagazine
in Nederland en België (v.a. dec 2009)

 
Cursus Spaans voor beginners:
Dit is een goede basiscursus voor iedereen die Spaans wil leren. U kunt er alle kanten mee op. Wilt u Spaans leren voor de vakantie, voor het werk of als hobby? Dan geeft deze cursus u een prima start. We gebruiken een interactieve lesmethode met veel oefenmateriaal. Tenslotte is een taal leren ook een kwestie van kilometers maken. Deze cursus wordt gegeven in Breda.
Spaans leren in Breda en omgeving?
Word ook gratis lid v/h Latin Emagazine!
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Het Latin Emagazine is helemaal gratis!
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Maximaal 1 bericht per maand
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Elke 5e of de 6e v/d maand in je inbox
Word ook gratis lid van het Latin Emagazine
Uitschrijven is net zo simpel als inschrijven
 
 
Interview met: Jaime Rodriguez, Rumbata
In de reeks van "Interview met" heeft het Salsa Info team bestaande uit Otto & Kati van Helden (Lago Latino), André Lambeck & Caroline Bergwerf (Latin Emagazine) diverse nationale en internationale artiesten geinterviewd. (2004 t/m 2006)

Noot: Wees er van bewust dat de inhoud van het interview is gedateerd.
terug naar index alle edities van het Latin Emagazine
Datum: 25 juni 2006
Waar: Julianapark, Utrecht
Interview: Otto van Helden
Redactie: Caroline Bergwerf
Fotografie: Kati van Helden
Rubriek: Latin interviews
Otto van Helden
"Zendingsdrang"
Wie met de bus vanuit het Noorden de vallei binnenrijdt richting salsahoofdstad Cali, moet een stop maken bij La Unión. Een klein, in 1640 gesticht plaatsje met amper 20.000 inwoners. Het geniet tegenwoordig vooral bekendheid om zijn wijngaarden. Net als overal in het land, is de lokale terminal een soort bijenkorf. Het is het punt waar mensen fruit en andere etenswaar aan de door ongemakken getergde reizigers willen verkopen. Of je nu in de bus zit of er naast staat, de gehaaide verkopers weten je overal te vinden. Gelaten laat iedereen het zich welgevallen; het hoort nu eenmaal bij de folklore. Jaren geleden maakte ook ik deze reis.
Wat mij daarvan bij staat, is dat hoewel ik niks kocht, het leek alsof al die mensen precies voor mijn raam samendromden en mij aangaapten alsof ik een bekend personage was. Ik voelde mij er bijzonder opgelaten bij, en was blij toen de bus zich in beweging zette. Jaren later sta ik in een park in het Utrechtse Zuilen. Daar drom ik op mijn beurt met anderen samen rond een midden in dat park opgesteld podium. De grote trekpleister is een big band die ons vanaf dat podium bestookt met cumbias, currulaos en porros. De hoofdrol is weggelegd voor een man uit dat Colombiaanse La Unión. Maar anders dan ik toen, staat hij daar zichtbaar van al die zich vergapende mensen te genieten. Dat optreden in Zuilen was natuurlijk niet de eerste keer dat ik Jaime Rodríguez in actie zag. Sinds 1990 maakt hij met zijn formatie Rumbatá regelmatig de Nederlandse podia onveilig. Bij talloze gelegenheden heb ik dan ook van zijn optreden staan genieten. Hoewel het verhaal over de busreis zich al weer heel wat jaartjes geleden heeft afgespeeld, zal ik daar zeker niet Jaime tussen hebben gezien. In La Unión heeft hij alleen zijn eerste zes levensjaren doorgebracht. Daarna vertrok het kinderrijke gezin naar Cali. Maar zeker ook die eerste zes jaren hebben in Jaime’s geheugen een diepe muzikale indruk achtergelaten. Zijn ouders waren in de ban van de populaire Colombiaanse muziek van die tijd. Zij luisterden naar de vrolijke cumbias, gaitas, merecumbés, porros en andere ritmes op de platen die Lucho Bermúdez, Pacho Galán en Los Corraleros de Majagual hadden opgenomen. Ook klonken er Cubaanse boleros met de stem van Leo Marini. Jaime zelf liet zich met zijn broertjes ook niet onbetuigd. Rond de kerstdagen voerden zij thuis "veladas" op. Dit is een Colombiaanse variant op de Hollandse "soiree tussen de schuifdeuren". Er werd een toneelstukje bedacht met bijbehorende kerstmuziek, de zogenoemde "villancicos".

Zijn broer speelde dan piano en de rest begeleidde hem op alle denkbare manieren. Buiten de kerstdagen moesten vooral blikjes en kartonnen dozen het ontgelden, doordat hij er met andere kinderen op trommelde. De ouders van Jaime stimuleerden dit alles. Er was in huis door de jaren heen een bepaalde traditie gegroeid. Opa Rodríguez speelde in zijn tijd trompet in de lokale fanfare. Jaime's vader had zijn plaats later overgenomen. Op zijn beurt, wou Jaime’s vader de traditie overdragen op zijn kinderen. Het stond voor hem buiten kijf dat zijn kinderen een muzikale opleiding zouden krijgen. Vanwege zijn leeftijd was Jaime pas aan de beurt toen het gezin naar Cali was verhuisd. Met toen al een paar miljoen inwoners met recht een "Grote Stad". Een stad die, zoals andere steden in Colombia, op dat moment op zoek was naar een soort "muzikale identiteit". Een belangrijk evenement in dat verband was de "Feria de Cali", een soort jaarmarkt rond de kerstdagen waaromheen tal van festiviteiten werden georganiseerd. De eerste feria werd gehouden in 1956 en kende optredens van de Colombiaanse orkesten van Lucho Bermúdez, Pacho Galán en uit Cuba de bekende Sonora Matancera met Celia Cruz. Voor de gelegenheid had Sonora Matancera haar repertoire aangevuld met composities van diezelfde Pacho Galán. In de jaren zestig kwamen de internationale orkesten niet meer uit Cuba, maar uit New York, Puerto Rico en Venezuela. Zij brachten de laatste modegrillen en lieten het publiek kennismaken met de pachanga, de shing-a-ling, de jala-jala, de boogaloo en uiteindelijk ook de salsa. Met name dit laatste vond in Cali een vruchtbare voedingsbodem. In de daarop volgende jaren zijn de inwoners zich met name met dit genre gaan identificeren. Uiteindelijk is Cali zich gaan afficheren met de hoogdravende titel "Wereldhoofdstad van de Salsa".

Op het tijdstip dat Jaime zich met het gezin in Cali vestigde, waren deze ontwikkelingen in volle gang. Nummers als "La Sirena" van Nelson y sus Estrellas en "Aguzate" en "Amparo Arebato" van Richie Ray en Bobby Cruz waren de eerste nummers die hij daar leerde kennen. Tegenwoordig zouden deze nummers allemaal onder de salsavlag worden gedekt, maar toen werden ze nog als alle andere beestjes gewoon bij de naam genoemd. Tussen de talloze lokale ritmes figureerden daarmee ook de Cubaanse guaguancó, de guaracha, de montuno, en noem het hele rijtje maar op. Jaime nam al deze dingen uit de grote stad in zich op, maar meer dan dat zat er voorlopig niet in. Hij was nog te klein om te gaan dansen. Het fundament onder zijn muzikale scholing werd pas een paar jaar later gelegd, toen het zijn beurt was om naar het conservatorium te gaan. Jaime was op dat moment slechts negen jaar oud. Jaime werd onderwezen in algemene muziektheorie en deed piano als bijvak. Na vijf jaar hield hij het voor gezien. Maar als de studie hem één ding duidelijk had gemaakt, dan was het wel dat muziek zijn doel in het leven was. Hij wou niet anders.

Gewapend met zijn kennis probeerde Jaime zijn entree te maken in de muziekscène. Maar al spoedig realiseerde hij zich dat zijn kennis te veel hiaten vertoonde om daar een carrière op te bouwen. Hij besloot verder te gaan studeren. Niet in Colombia, maar in Europa. In 1981 bemachtigde hij een plaats aan het conservatorium van het Spaanse Sevilla en begon zijn studie opnieuw. Jaime wilde niet alleen studeren, maar ook spelen. Er moest tenslotte geld in het laatje komen. Met een aantal Colombiaanse vrienden richtte hij Grupo Cali op. Een klein gezelschap met gitaren en wat percussie. Anders dan de naam deed vermoeden, speelden zij van alles. Van Colombiaanse cumbias en música llanera tot Cubaanse son. In de geest van de tijd stortten zij zich ook op het politieke lied. Dit had alles te maken met het feit dat de muzikale omgeving van Sevilla in geen enkel opzicht leek op dat wat hij tot dan toe gewend was geweest. Salsa was in velden of wegen te bekennen.

Zuid-Amerikaanse muziek was niet iets van grote orkesten, maar lag door het "nieuwe lied" meer in de periferie van de kleinkunst. Deze "nueva canción" was politiek getinte muziek, die vooral populair was binnen intellectuele kringen en de grote groepen politieke vluchtelingen uit Zuid-Amerika. Maar het conservatorium in Sevilla bracht Jaime niet wat hij zocht. Het gaf aan alle kanten wrijving. Hij was veel ouder dan zijn medestudenten en de lessen brachten niet echt veel meer dan hij al wist van zijn studie in Colombia. Na amper een jaar in Spanje, ging Jaime zich daarom oriënteren op andere studiemogelijkheden. Hij maakte een ronde langs ambassades en consulaten en onderzocht wat Denemarken, Duitsland, Nederland en Zweden zoal te bieden hadden. Het Nederlandse consulaat reageerde positief en attendeerde op mogelijkheden in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Aan deze conservatoria waren kort daarvoor nieuwe leergangen voor verschillende vormen van wereldmuziek gecreëerd.

Bijkomend voor Jaime was dat hij via het consulaat een aantrekkelijke studente had leren kennen. Zij was daar om Spaans te studeren en wilde Jaime en zijn vrienden wel helpen, wanneer zij naar Nederland zouden komen. Daad bij woord voegend, liet Jaime zich aan het Rotterdamse conservatorium inschrijven en de twee gebroeders Ararat gingen naar het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam. Daarmee verplaatste Grupo Cali in 1982 haar residentie naar Nederland, waar op de oude voet werd verder gegaan. Het circuit waarin zij in Sevilla hadden gespeeld, maakte dat zij geprogrammeerd werden voor manifestaties zoals het in april 1983 in Leeuwarden gehouden "Coda libre". Een optreden dat Jaime levendig is bijgebleven, omdat de dag vóór dat optreden één van de leden van zijn orkest was opgepakt. Hij had geen geldige papieren kunnen tonen en was vastgezet. Bijgevolg moest het kwintet het de dag daarop met één man minder doen. Er zouden opnames worden gemaakt, maar Jaime vond het geluid van zijn gezelschap met één man minder niet echt representatief. Hij vond alles best, maar liever geen opnames. Maar na lang aandringen door de organisatoren gingen het optreden en de opnames toch door. Enige tijd later werd de groep uitgebreid met de uit Paraguay afkomstige harpspeler Lincoln Almada, en in 1984 werd nog het album "Mi tierra" opgenomen. Maar iedereen had inmiddels zijn eigen beslommeringen en het jaar daarop viel de groep uit elkaar. Zo was Jaime overdag druk aan het studeren. Hij had geen beurs en moest 's avonds maar zien hoe hij het geld om zijn studie te kunnen betalen bij elkaar moest sprokkelen. Op een gegeven moment kon hij op reguliere basis spelen in een Amsterdams restaurant. Jaren heeft hij dit met zijn studie weten te combineren, al heeft hij er soms halsbrekende toeren voor moeten uithalen, want ook toen al kende Nederland een aardig fileprobleem.
Jaime Rodriguez, Rumbata
Otto & Jaime Rodriquez
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
 
Jaime Rodriguez, Rumbata
Jaime Rodriquez
Na zeven jaar had hij zijn studie compositie en latin percussie voltooid en kon hij dit baantje vaarwel zeggen. Voor Jaime een bevrijding. Vervolgens maakte Jaime een vliegende start. Bij wijze van eindexamenopdracht schreef hij samen met studiegenoot Marco Antonio Sánchez een eigen repertoire bij elkaar. Maar zij lieten het niet bij schrijven alleen. Zij stelden een eigen orkest samen, dat het werk moest gaan uitvoeren. Daarmee was Rumbatá geboren. Het orkest met zijn opmerkelijke repertoire bleek een schot in de roos. Binnen één maand tijd werd het orkest geprogrammeerd voor zowel een optreden in Paradiso, als in de Melkweg en ook nog eens in de Meervaart. De naam was in één keer gevestigd. Het leverde lovende kritieken op en in de pers werd Rumbatá "Nederlands beste en meest authentieke salsaorkest" genoemd. Daarna volgden de gebeurtenissen elkaar vrij snel op. Naast de meer gebruikelijke salsapodia, werd het orkest geprogrammeerd binnen het theatercircuit, in het jazzcircuit en ook nog eens in het festivalcircuit. Niet alleen in Nederland, maar ook in tal van ons omringende landen. Kroon op het werk werd hun programmering voor het openingsconcert van de Feria de Cali in december '96.

Maar Jaime is een te creatieve geest om zich vast te pinnen op een ééndimensionaal salsaorkest. Hij zoekt net zo lief de diepgang van de traditie, het sociale van het amusement, de boodschap van de canción of de vrije expressie van de funk. Hij wil met de mensen om hem heen andere wegen inslaan. Daartoe ontplooit hij zich veelzijdig. Hij verzorgt workshops, produceert albums en creëert met de mensen om hem heen steeds weer andere formaties voor nieuwe projecten. Een voorbeeld daarvan is zijn "Latin Music Ensemble", een gezelschap waarmee hij in 2000 door Nederland toerde met het programma "From Cuba to Colombia". In dat zelfde jaar bestond Rumbatá 10 jaar en dat werd muzikaal gevierd met een speciaal muziekprogramma onder de titel "Cuatro Estaciones de América Latina". Een gedurfde suite, die weinig met salsa van doen had, maar alles met Jaime's veelzijdigheid. De vraag naar het waarom van dit album beantwoordt hij met de mededeling dat hij een soort noodzaak voelde om het zo te doen. Vorig jaar nog trad Jaime naar buiten met "Cantos del Caribe". Dit jaar heeft hij Rumbatá omgevormd tot een 22 man sterke big band. Daarmee wil hij Nederland laten kennismaken met de muziek uit zijn jeugd, waaraan hij nog zulke levendige herinneringen heeft. Maar het is zijn eer te na om een kopie te zijn of de tijd te laten stilstaan. Hij heeft daarom dat klassieke repertoire van Lucho Bermúdez en Pacho Galán in een bijzonder geslaagd eigentijds jasje gestoken. Zo geslaagd, dat het zelfs geschikt is om naar Colombia te worden geëxporteerd. Afgelopen september is het gezelschap afgereisd voor een reeks optredens.

Ondertussen staat Jaime al vijftien jaar op het podium met Rumbatá. Vijftien jaar lang probeert hij het salsadansend Nederland naar de zin te maken. Maar als zoveel muzikanten zijn z'n gevoelens daarover ambivalent. De groeiende belangstelling voor de muziek en de cultuur is natuurlijk positief. Beduidend minder positief ervaart hij de fixatie op het snel, sneller, snelst figuurtjes kunnen maken. Daarbij wordt niets en niemand ontzien. Het is een strijdtoneel met een elleboog hier en een beurse plek daar. Hij proeft maar weinig interactie met het orkest of passie bij de muziek. Maar Jaime’s passie is te groot om zich door dit soort beslommeringen te laten ontmoedigen. Hij peinst er niet over om terug te gaan naar Colombia. Hier in Nederland zijn nog zoveel mogelijkheden en valt nog zoveel te doen. Jaime zal zendingswerk blijven verrichten en Nederland verrijken met muziek van Zuid-Amerikaanse origine.
 
Copyright: De inhoud van deze pagina, de daarin opgenomen gegevens, afbeeldingen, geluiden, teksten en combinaties daarvan en de programmatuur zijn beschermd door auteurs- en databankrechten. Deze rechten berusten bij Salsa Info/Latin EMagazine. Zonder schriftelijke voorafgaande toestemming van Salsa Info/Latin EMagazine is het niet toegestaan deze site of enig onderdeel daarvan te kopiëren.
 
© Latin-Emagazine.com is een uitgave van Salsa Info.nl - Breda - K.v.K. 17185253 | privacy | disclaimer | cookies | adverteren